DE FAMILIE VAN KUINRE EN ENKHUIZEN (P)
De hiernavolgende genealogie van het geslacht Andringa van Kuinre en Enkhuizen is grotendeels overgenomen uit een artikel van J.D. Uhlenbeck in de Nederlandsche Leeuw van 1925. Een enkele verbetering bleek noodzakelijk; voorts werd deze bestaande genealogie uitgebreid over de laatste twee eeuwen. De familie is hervormd. Voor enkele jaren was ene heer Wright, afstammeling uit dit geslacht, op zoek naar Nederlandse Andringa-familieleden en kwam toen bij de familie te Bovenkarspel (YK) terecht. Een gemeenschappelijke voorvader vonden zij toen niet. Het is mogelijk, maar niet zeer waarschijnlijk, dat de familie van Kuinre verwant is aan de Akkrumer familie. Het voorkomen van klavers in het zegel van Andries (P2) zou in die richting kunnen wijzen, maar dit is nog niet overtuigend. De eerste keer treffen we de achternaam aan bij Hylke Olkes en wel in 1681, maar voor het gemak richten we eerst de aandacht even op diens schoonouders, ANDRIES GERRITS en MARRITIEN JANS, eigenaars van de sates 18 te Spanga en 24 te Scherpenzeel. In 1662 zijn beiden overleden en worden zoon en dochter Gerrit en Aaltje Anders van de voogdij ontslagen. Er waren nog twee dochters: Annichien Anders, die later Cornelis Willems trouwt, en de latere vrouw van Jan Ryckelts te Kuinre. De twee dochters van Gerrit Anders heten bij hun huwelijk beiden Andringa: Marrigje Gerrits Andringa trouwt te Kuinre 8 febr. 1691 Jan Gerrits Wijn en Andriesjen Gerrits Andringa trouwt aldaar 7 juli 1694 Jan Hendriks Krak.
Het ontroerende verhaal van Jaap Andringa (PA1221)